GAL
De GAL is de centrale adresdecoder op het µc-board. In de volgende tabellen is te zien, welke signale wanneer gegenereerd worden.
Ingangen
Aan de ingang van de GAL liggen naast de adresleidingen A11 tot A15 ook de stuurlijnen van de controller, /PSEN, /RD en /WR. Verder liggen er nog een paar bijzondere signalen, D/R voor het schakelen tussen debug- en runmodus en /PRG om in de programmeermodus te schakelen. Beider signalen worden door een poortpin gegenereerd, met oR-weerstanden kan tussen verschillende poortpins gekozen worden. Het OS552 en de .bix-file zijn op de pins P1.0 en P1.2 ingesteld.
Uitgangen
Het signaal voor het vrijgeven van de uitgangen van de geheugens, /OE (Output Enable), wordt door het vebinden van /PSEN (Program Store ENable) en /RD (ReaD) gegenereerd. Het RAM-geheugen wordt door /CE_RAM (chip Enable) geselecteerd, de flash door /CE_ROM. Het enable-signaal voor het RAM-geheugen wordt over de watchdog geleid. Als de spanningsverzorging te laag wordt, dan wordt het enable-signaal naar de RAM gebrokkeerd en schakeld de spanningsverzorging voor het RAM-geheugen op de batterij om. Het signaal A16 schakelt tussen de twee helften van de flash, in de runmodus is het hoog, de bovenste helft van de flash wordt gebruikt. In de debugmodus is A16 laag, het OS552 ligt daarom iin het onderste gedeelte van de flash. Tot slot genereert de GAL selectsignalen voor memory-mapped-I/O. Het signaal /CE_IO0 selecteert de adresdecoder IC7, die tot maximaal acht bouwstenen kan aansturen. Mocht dat niet genoeg zijn, dan kan /CE_IO1, dat in het resterende geheugenbereik laag is, gebruikt worden.
Software
In het softwarepakket, dat van Elektuur geladen kan worden, is ook de sourcefile voor de GAL en de bijbehorenden JEDEC-file. De source-file kan met het freewareprogramma Palasm bewerkt en gecompileerd worden. Als geen veranderingen nodig zijn, dan kan de GAL direct met de JEDEC-file geprogrammeerd worden.
|